'Extra kwetsbaar door verslavingsgedrag'

06 april 2017

Het is geen makkelijk onderwerp: middelengebruik en verslavingsgedrag bij mensen met een (lichte) verstandelijke beperking

Juist daarom is het goed om het er geregeld met elkaar over te hebben, vindt Remke Schaap, manager bij Amerpoort en voorzitter van de kerngroep die zich met deze thematiek bezighoudt. “We moeten heel goed oog hebben voor de effecten die dit gedrag oproept.”

Mensen met een lichte verstandelijke beperking vormen sowieso al een kwetsbare groep in de samenleving, en des te meer als er verslaving in het geding is. Juist voor de groep die ook nog eens te maken heeft met bijkomende problematiek – bijvoorbeeld psychiatrische klachten – liggen de verleidingen en gevaren op de loer. Al geldt dat natuurlijk niet voor iedereen, benadrukt Remke Schaap. “Je kunt over deze problematiek niet in algemeenheden praten.”

Zo is het bijvoorbeeld al lastig om middelengebruik en verslavend gedrag helder af te bakenen. Waar moet je aan denken? Aan alcohol en drugs – soft en hard. Aan roken, maar ook aan gamen. Hoe groot het probleem is, ook bij Amerpoort, laat zich niet in cijfers uitdrukken. “Maar dat gebruik van softdrugs en alcohol onder cliënten met een lichte verstandelijke beperking erg hoog is, is wel een feit.”

Signalen

Tijdens een druk bezocht kenniscafé in Amersfoort – er kwamen zestig mensen van binnen en buiten Amerpoort op af – schetste een medewerker van instelling voor verslavingszorg Jellinek de werking en effecten van diverse verslavende middelen. En twee ervaringsdeskundigen van University of the Street lieten in rollenspelen zien hoe kwetsbaar mensen met een verstandelijke beperking zijn voor de lokroep uit het criminele circuit.

Remke Schaap, na afloop van de bijeenkomst: “Veel mensen met een lichte verstandelijk beperking doen er alles aan om ergens bij te horen. Dat kan hen kwetsbaar maken, voor bijvoorbeeld loverboys of drugsdealers. De jongens van University of the Street lieten zien hoe makkelijk dealers ertoe overgaan om deze mensen te gebruiken. Voor de opslag van spullen bijvoorbeeld.  Of – via hun bankrekening – voor het witwassen van geld.”

Het is lastig voor begeleiders om zicht op dergelijke praktijken te krijgen. Maar er zijn wel signalen waarop ze kunnen letten. Bijvoorbeeld als een cliënt een nogal onzichtbare vriendengroep heeft. Zoek dan het contact op met die vriendengroep, luidt het advies. “Je zal zien: als het werkelijk criminelen zijn, verdwijnen ze van de radar.”

Wat zijn andere signalen die wijzen op verdachte contacten? “Als een cliënt opeens meer gaat gebruiken. Als hij het  contact met begeleiders uit de weg gaat. Als hij opeens veel geld of dure spullen heeft of onverwachte reisjes naar het buitenland maakt. Of als hij niet meer naar z’n werk of dagbesteding gaat. Het wil allemaal niet zeggen dat er per definitie sprake is van fout gedrag. Maar als begeleider moet je wel alert zijn op dergelijke signalen.”

Oplossingen

Vervolgens is het belangrijk om daarover in gesprek te gaan, met de cliënt zelf. Maar ook contact met de wijkagent, het wijkteam of een deskundige van Jellinek is heel nuttig, stelt Remke Schaap. “We moeten niet zelf de cliënt willen redden, al hebben we als hulpverleners snel die neiging. Beter is het om de cliënt zelf erin te betrekken en de samenwerking met het netwerk om hem heen te zoeken. Ook dat netwerk zelf heeft daar belang bij.”

Contact houden met de cliënt, daar draait het vooral om volgens Remke Schaap. “In geval van verslavend gedrag zie je dat een cliënt de neiging heeft zich daaruit terug te trekken. Juist dan is het goed om het gesprek aan te gaan: hoe staat het met je leven, welke risico’s kom je tegen? En hoe kunnen we je helpen?”

Die laatste vraag is vaak een lastige. “Voor mensen met een lichte verstandelijke beperking is het een  moeilijke stap om zich te laten behandelen voor hun verslaving. Vaak ervaren ze het niet als probleem. Sommigen gebruiken hun middelen ook als een soort zelfmedicatie. Ze zien nut en noodzaak van afkicken helemaal niet.”

Maar ondertussen doen de effecten van het verslavend gedrag hun schadelijke werk. Gamen bijvoorbeeld kan soms onschuldig lijken, zeker voor mensen die het ingewikkeld vinden om een sociaal netwerk op te bouwen. Als ze online gamen, hebben ze maar liefst een netwerk over heel de wereld. Dus waarom zo moeilijk doen? Remke Schaap: “Veel van die games worden ’s nachts gespeeld, met als gevolg dat een cliënt overdag niet naar zijn werk of dagbesteding kan. De effecten van het verslavend gedrag zijn wel degelijk nadelig. Daar moeten we heel goed oog voor hebben.”

Tekst: Bert van der Kruk

 

 

Wij helpen je graag!

Heb je een zorgvraag of wil je meer weten over onze dienstverlening? De consulenten van het Klantbureau staan klaar voor (aanstaande) cliënten, familie of vertegenwoordigers en verwijzers. 

Klantbureau