Betekenisvolle interactiemomenten tussen mensen met ZEV(M)B en hun begeleiders

Gedragsdeskundige Wieneke Penninga is in 2019 gestart met een promotieonderzoek in samenwerking met de Academische Werkplaats Leven met een verstandelijke beperking.

Het Onderzoek

Gedragsdeskundige Wieneke Penninga is in 2019 gestart met een promotieonderzoek in samenwerking met de Academische Werkplaats Leven met een verstandelijke beperking.

Doel van het onderzoek

​Het doel is om in dit onderzoek inzicht te krijgen in betekenisvolle interactiemomenten tussen mensen met een zeer ernstige (ZEVB) of zeer ernstige meervoudige beperking (ZEVMB) en hun begeleider. Dit geeft begeleiders mogelijk handvatten om deze interactiemomenten te herkennen en te laten ontstaan.

Werkwijze

Het promotieonderzoek is verdeeld in vijf deelonderzoeken, waarbij de doelstelling en werkwijze verschillen per deelonderzoek. Wieneke Penninga voert deze deelonderzoeken uit van april 2019 tot april 2024, in samenwerking met  de Academische Werkplaats Leven met een verstandelijke beperking (Tranzo, Tilburg University). Het onderzoeksteam bestaat uit: prof. dr. Hedwig van Bakel (Tilburg University) & prof. dr. Petri Embregts (Tilburg University) en dr. Lex Hendriks (Radboud Universiteit).

Doelgroep

Het onderzoek wordt gedaan bij kinderen en jongeren (5-18 jaar) met een zeer ernstige verstandelijke of zeer ernstig meervoudige beperking en hun begeleiders. Deze kinderen en jongeren worden ondersteund vanuit zorgorganisaties die zijn aangesloten bij de Academische Werkplaats Leven met een verstandelijke beperking (Tranzo, Tilburg University).

Waar gaat het onderzoek over?

Personen met een zeer ernstige verstandelijke beperking (ZEVB) of zeer ernstige meervoudige beperking (ZEVMB) zijn door de complexiteit van hun beperkingen sterk afhankelijk van hun begeleiders. Daarom zijn goede relaties met hun begeleiders van groot belang en dragen die bij aan hun kwaliteit van bestaan.

Het is dan ook logisch dat veel onderzoeken zich richten op de kwaliteit van de relatie tussen begeleiders en personen met ZEVB of ZEVMB. Goede relaties zijn gebaseerd op kwalitatief goede interacties. Om de kwaliteit van de relatie tussen een begeleider en een persoon met ZEVB of ZEVMB te onderzoeken, is het dan ook belangrijk de kwaliteit van hun interacties onder de loep te nemen. Dit kan door te focussen op wat mensen in de interactie zelf als waardevolle momenten beleven, op wat voor hén betekenisvolle momenten zijn. 

In dit promotieonderzoek onderzoeken we de kwaliteit van de interacties tussen begeleiders en een persoon met ZEVB of ZEVMB dan ook vanuit de beleving van begeleiders en personen met ZEVB of ZEVMB zelf. We onderzoeken vanuit deze beide perspectieven op verschillende manieren wat voor hén een interactiemoment betekenisvol maakt en wat zo’n moment voor hén karakteriseert. Zo hopen we het relatief abstracte begrip ‘betekenisvol interactiemoment’ meer tastbaar en overdraagbaar te maken. We hopen aan het eind van dit promotieonderzoek begeleiders handvatten te kunnen geven om betekenisvolle interactiemomenten makkelijker te herkennen en te laten ontstaan.

Meer weten over het onderzoek?
Neem contact op met Wieneke Penninga via w.penninga@amerpoort.nl.

Deelstudie 1

Wat maakt voor begeleiders een interactiemoment met een persoon met ZEV(M)B betekenisvol?

Periode: 2020-2021

In deelstudie 1 stond de onderzoeksvraag centraal wat voor begeleiders een interactiemoment met een persoon met ZEV(M)B betekenisvol maakt. We hebben dit onderzocht in een kwalitatieve studie, door vijf begeleiders van mensen met ZEVB of ZEVMB te vragen wat voor hen een interactiemoment met een persoon met ZEV(M)B betekenisvol maakt. Zij gaven aan dat zij, bijvoorbeeld omdat zij op dat moment de verbinding ervaren met de persoon met ZEV(M)B of omdat zij op dat moment de bevestiging voelen dat zij kunnen bijdragen aan het welbevinden van de persoon met ZEV(M)B deze momenten waarderen en als betekenisvol ervaren.

Deelstudie 2

Welk interactief gedrag kenmerkt een betekenisvol interactiemoment?

Periode: 2021-2022

In deelstudie 2 onderzoeken we of er gedrag is dat een betekenisvol interactiemoment karakteriseert. Dit doen we door videobeelden van interactiemomenten tussen een begeleider en een persoon met ZEV(M)B te analyseren. De analyse doen we allereerst met de begeleider zelf, en daarna als onderzoekers aan de hand van een codeerschema. Op basis van deze studie streven we ernaar de beschrijvingen in woorden uit deelstudie 1 meer tastbaar en concreet te maken.

Deelstudie 3

Hoe beleven mensen met ZEV(M)B een betekenisvol interactiemoment?

Periode 2021-2022

In het onderzoek zijn we benieuwd naar hoe mensen met ZEV(M)B zelf een betekenisvol interactiemoment ervaren. Omdat we het hen niet zelf kunnen vragen, zullen we dit doen aan de hand van fysiologische metingen: de meting van lichaamsreacties.

Deelstudie 4

Hoe hangt de beleving van een interactiemoment samen met de overtuigingen van de begeleider?

Periode: 2022-2023

De beleving van een moment kan gekleurd worden door hoe je tegen een situatie aankijkt: je overtuigingen. In deze studie onderzoeken we de samenhang tussen overtuigingen van de begeleider en zijn beleving van interactiemomenten met een persoon met ZEV(M)B. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan hoe hij aankijkt tegen zijn rol als begeleider. Wat ziet hij als zijn taak? We onderzoeken of zijn kijk hierop van invloed is op het als betekenisvol ervaren van een situatie.

Deelstudie 5

Welke factoren zijn voor een begeleider helpend om een betekenisvol interactiemoment te initiëren?

Periode: 2023

Deze laatste deelstudie is een interventiestudie. Op basis van de resultaten van de eerste vier deelstudies onderzoeken we hoe we begeleiders kunnen helpen een betekenisvol interactiemoment te initiëren.

Wij helpen je graag!

Heb je een zorgvraag of wil je meer weten over onze dienstverlening? De consulenten van het Klantbureau staan klaar voor (aanstaande) cliënten, familie of vertegenwoordigers en verwijzers. 

Klantbureau