Stel dat jij Paul Willems zou willen zijn...

Alle mensen hebben dromen, ook mensen met een verstandelijke beperking. Soms ontstaan er dan gesprekken...

Alle mensen hebben dromen, ook mensen met een verstandelijke beperking. Soms ontstaan er dan gesprekken. Ik neem jullie mee naar een gesprek wat ik laatst had met Joke en Bart, maar eerst zal ik wat informatie geven over de context van dit gesprek. Joke en Bart zijn twee groepsgenoten van elkaar, jongvolwassen met een matig- tot licht verstandelijke beperking en moeilijk verstaanbaar gedrag. Zij weten dat zij een verstandelijke beperking hebben en anders zijn dan mensen zonder deze beperking.

Wie is Joke?

Joke heeft moeite met het aangaan en onderhouden van relaties. Voor haar is er elke dag een innerlijke strijd en zij is bezig met overleven. Emoties gaan voortdurend met haar aan de haal. Ze haalt soms fantasie en werkelijkheid door elkaar. Ze is bekend met agressie naar zichzelf en mensen in haar directe omgeving.

Wie is Bart?

Bart vindt het moeilijk om gesprekken te voeren, gedachten en eigen mening te ordenen en deze te durven uiten. Hij vertoont dikwijls bravoure gedrag om zich staande te houden terwijl hij zichzelf van binnen onzeker voelt.

Joke en Bart zitten samen buiten en praten wat. Op een bepaald moment ga ik eens kijken. Joke laat weten dat ze net tegen Bart vertelt dat haar droom is om ooit ‘moederschap te willen’. “Net als jij”, zegt ze er achteraan tegen mij. Bart, die een echt gesprek voeren eigenlijk heel moeilijk vindt, stelt haar de vraag: “Maar wat doe je dan als je boos bent? Dat kan toch niet als je kinderen hebt?” Joke die doorgaans ontploft als zij met zoiets geconfronteerd wordt, denkt hier echt even over na. Ik zie dat ze de boodschap werkelijk binnen laat komen. Ik moedig Bart aan en zeg dat dit een hele goede vraag van Bart is. Joke staat ervoor open en luistert, ze weet even niet wat ze moet zeggen. Ik zeg dat Bart gelijk heeft. “Als je van die boze buien hebt, dan is dat niet goed voor kinderen. Om voor kinderen te kunnen zorgen, moet je goed voor jezelf kunnen zorgen”.

Therapie

Ik vraag haar: “Wat zou er gebeuren als je een boze bui hebt als je kinderen hebt?” Joke: “Die kinderen, misschien wel een dochtertje, worden dan bang”. Ik: “Ja, dat klopt en er kunnen ook ongelukken gebeuren, dat is niet veilig”. “Ja, dat is zo”, antwoordt Joke terug.

Bart neemt nog steeds deel aan het gesprek en zegt: “Soms gaan mensen in therapie als ze boos zijn”. Joke: “Maar dat kan bij mij niet, dat zit altijd binnen in mij dat ik boos word”. Ik bevestig dat therapie voor sommige mensen werkt, maar niet voor Joke, “Je hebt het je hele leven lang al hè?” Ze knikt. Ik zeg: “We kijken wel steeds samen hoe we het beste met de boosheid om kunnen gaan, maar het gaat nooit helemaal weg”.

Joke zegt dat ze weet dat er bij Amerpoort ook cliënten wonen die eigen kinderen hebben, dus misschien zou zij dit ook kunnen met begeleiding van Amerpoort. Waarop ik zeg dat dit voor Joke te moeilijk is: “Als jij je een keer niet lekker voelt, kun je niet tegen je kind zeggen dat je nu even geen zin hebt. Voor kinderen moet je altijd blijven zorgen. Ook al voel je jezelf moe, boos of niet lekker…”. Bart: “Een moeder zijn is voor altijd. Je kunt niet zeggen: nu wil ik niet meer.”

Joke vertelt ons dat ze dit met haar moeder ook al eens besproken heeft, waarop ik vraag: “En wat zei zij?” “Dat ik een kind kan krijgen wat niet verstandelijk beperkt is, die is dan slimmer dan ik, dat is misschien ook niet leuk voor het kind”. Ik zeg haar dat dit ook een goede reden is om het niet te doen.

Dromen 

Het blijft even stil, ze zijn in gedachten en ik geef ze de tijd. Daarna zeg ik dat het leuk is om te dromen en wensen te hebben. Dat sommige dromen werkelijkheid kunnen worden en andere dromen niet. Bart zegt dat hij ook een droom heeft, maar laat zich er op dit moment niet over uit. Dat is vermoedelijk nog net een stap te ver om te durven delen.

Ik zeg hen: “Weet je, het geldt voor alle mensen dat niet alle dromen uit kunnen komen. Daar hoef je niet verstandelijk beperkt voor te zijn”. Waarop Bart zegt: “Bij jou ook?”, Joke is direct ook benieuwd. “Ja, ik heb ook dromen die niet uitkomen, ik moet even nadenken over een voorbeeld”. Intussen denk ik na over een onderwerp wat van toegevoegde waarde is voor dit gesprek. “Nou zeg ik, ik zou bijvoorbeeld wel een wereldreis willen maken, maar dat gaat niet omdat ik een gezin met kinderen heb en een huis en mijn werk”. Dan zegt Joke: “Ik weet nog wel een voorbeeld voor jou, waar iemand niet verstandelijke beperkt voor hoeft te zijn en wat misschien niet gaat”. Ze zegt: “Stel dat jij Paul Willems zou willen zijn”. Ik zeg haar dat dit inderdaad een prachtig voorbeeld is. “Stel dat ik de directeur van Amerpoort zou willen zijn, dat is iets wat ik niet kan, ik kan geen organisatie besturen, dan zou ik die droom moeten opgeven en kijken naar de dingen die ik wel kan en nieuwe dromen maken”.

Realiteit 

Joke: “Gwen, iemand anders kan het misschien wel, moeder worden met een verstandelijke beperking. Voor mij is dit niet goed.” En dan maakt ze een verrassend bruggetje: “Zoals je deze week tegen mij zei dat niet iedereen evenveel certificaten kan halen en dat dat ook niet erg is of niet belangrijk is”. Ik: “Precies, het gaat er niet om hoeveel certificaten je haalt, hoe snel je het haalt of wie er beter is dan een ander. Het gaat erom wat bij jou past, wat jij kan en wat jij kunt leren!”

Na afloop overdenk ik mijn werkdag. Ik denk na over mijn en ons aandeel als begeleiders in de zoektocht van cliënten: wie zij zijn en wie zij kunnen worden. Door hen ruimte te geven en zelf na te laten denken, invloed te laten hebben op hun eigen leerproces. Daarbij begrens je als begeleider ook. Je helpt hen de realiteit onder ogen te zien. Iets beloven wat absoluut niet haalbaar is, zorgt voor enorme teleurstellingen en wantrouwen. Dat is funest voor mensen die in de basis al wankel in hun leven staan. Wat kunnen wij als begeleiders hiervan leren?

Over de auteur

Gwen Stücklschwaiger
Projectleider Fasehuis
Verhuizing Kwatrijn & implementatie Fasehuismethodiek.
Auteur van: Gewoon een goede begeleider.

Wij helpen je graag!

Heb je een zorgvraag of wil je meer weten over onze dienstverlening? De consulenten van het Klantbureau staan klaar voor (aanstaande) cliënten, familie of vertegenwoordigers en verwijzers. 

Klantbureau