Toon herinnert zich de Nonnen nog goed

Toon van Keken deelt een lange geschiedenis met Amerpoort, bijna net zo lang als de historie van de organisatie zelf.

Vier jaar nadat de Kleine zusters van de heilige Jozef Nieuwenoord in het leven hadden geroepen, kwam hij als klein knulletje wonen in het huidige hoofdkantoor van Amerpoort. “Op de 1e verdieping”, weet hij nog.

Tekst: Bert van der Kruk Foto’s: Ineke Oostveen

Toon van Keken (58) heeft een goed geheugen. De namen van de andere kinderen uit die beginjaren weet hij nog zo op te lepelen: Trudy, Agnes, Jo, Nel… Ook jaartallen zitten goed in zijn hoofd: die zomer van 1974, waarin hij maar liefst 6 weken thuis bij het grote gezin in Amersfoort was, zal hij niet gauw vergeten. “Dat was een mooie periode.” En dat de nonnen in 1986 definitief Nieuwenoord achter zich lieten, weet hij zich ook nog goed te herinneren.

Knuppel

Toon was niet echt rouwig om het vertrek van de nonnen. Hij haalt een paar vergeelde fotootjes tevoorschijn, waarop jonge kinderen en oud ogende zusters prijken. “Je had twee soorten. Zwarte en witte”, zegt hij, wijzend op het verschil in habijt. “De zwarte waren strenger. Die sloegen met de knuppel, op de blote billen. Ze deden het niet met de handen, maar met de knuppel. Ja, ik heb wel veel op mijn donder gehad. Waarom weet ik ook niet.”

Zijn zus Joke (53) kan daar nog steeds boos om worden, vooral omdat Toon niet begreep waarom hij af en toe een pak rammel kreeg. “En hij kon het niet zeggen ook. Want hoe oud was je Toon, toen je echt begon te praten? 17 toch? Dus als er uitgehaald werd, kon hij dat toch niet vertellen. Pas later kon hij dat. Maar ook nu heeft hij nog veel dingen niet verteld. Ik denk dat er in zijn hart nog wel meer zit.”

Maar Toon weet zich ook wel aardige zusters te herinneren, die niet sloegen. Hij wijst op een fotootje, waarop een van hen – inderdaad gehuld in wit habijt – samen met de kinderen een tent aan het bouwen is. Het oogt allemaal heel gemoedelijk.

Driftbui

Het was vanaf het begin helder dat Toon niet thuis kon blijven, vertelt zus Joke. “Om te beginnen waren we met veel meer thuis; uiteindelijk zouden mijn ouders 9 kinderen krijgen. En Toon was niet handelbaar, dus het ging gewoon niet met dat mannetje. Als meneer een driftbui had, kon hij in en om het huis best wel een hoop dingen kapot maken.”

Toon: “Ja, dingen kapot maken. Ik was ook heel wild toen, daarom moest ik weg. Toen ik ouder was, kreeg ik ook vaak heimwee.” In de zomervakanties ging hij naar huis, eerst een weekje, toen 2weken, langzaam opbouwend, waardoor hij in die mooie zomer van 1974 dus maar liefst 1,5 maand thuis was. “Maar dan moesten wij hem wel bezighouden hoor”, zegt Joke. “Ik ging iedere dag met Toon naar het Sportfondsenbad om hem te leren zwemmen.”

Er kwam sowieso veel neer op de schouders van zijn jongere zus. “Die anderen gingen er gauw vandoor.” Nog steeds is Joke nauw bij de zorg voor Toon betrokken. Samen met haar man is zij curator. Die functie vervult ze trouwens ook voor Ruud, Sylvia en Sonja, broer en zussen die eveneens bij Amerpoort wonen (al is Sonja vorig jaar naar Sherpa verhuisd). Ze beaamt dat het ‘heftig’ is, zo’n gezin met 4 kinderen met een verstandelijke beperking. “Maar ik weet niet beter. Ik ben erg blij met ze, ik had me geen betere broers en zussen kunnen wensen.”

Gevel

Toen de nonnen verdwenen, “begon het allemaal wat moderner te worden”, zegt Toon. “Je mocht alleen naar Hilversum, je mocht meer dingen zelf regelen.” Tot 2008 woonde hij op Nieuwenoord, de laatste 25 jaar in de BKB-flat (Begeleid Kamer Bewonen). In dat jaar verhuisde hij naar een flat in de Eemborg in Baarn. De inrichting verraadt zijn grote liefde voor klokken – overal hangen ze.

Voor begeleiding en de warme maaltijd meldt hij zich dagelijks in de inloop beneden. ’s Avonds komen begeleiders even bij hem langs, bijvoorbeeld om te zeggen dat hij wel onder de douche moet en morgen schone kleren moet aantrekken. Of om hem eraan te herinneren dat er absoluut geen alcohol gedronken mag worden. Het gaat nog weleens fout, maar daar hebben we het nu niet over.

5 dagen per week gaat hij – met veel plezier – voor dagbesteding naar de Foortse Brug in Amersfoort. Met de trein. Voorheen besteedde hij zijn dagen op Nieuwenoord, en ging hij er ook vaak heen voor speciale activiteiten. Dat wordt steeds minder. “Hij voelt zich er een beetje te goed voor”, zegt Joke. Dat geldt ook voor de kerkdienst. Voorheen kwam hij er graag, nu zegt hij: “Ik heb het ermee gehad.”

Op één punt moet zus Joke de nonnen nog wel een compliment maken. Ze hebben de cliënten van toen wel normen en waarden bijgebracht. Dat ziet ze – bijvoorbeeld aan tafelmanieren – meer terug bij Toon dan bij haar jongere broer en zussen. “Toon heeft meer van de oude gevel meegekregen, van de nonnen zeg maar. Hij weet best wat wel en niet kan; al is dat niet zomaar zijn oortjes in gegaan, maar erin geslagen. Dat had natuurlijk ook anders gekund, zonder klappen.”

Wij helpen je graag!

Heb je een zorgvraag of wil je meer weten over onze dienstverlening? De consulenten van het Klantbureau staan klaar voor (aanstaande) cliënten, familie of vertegenwoordigers en verwijzers. 

Klantbureau