De opmerkelijke comeback van Harry Bosma

17 mei 2018

‘Trots op de woonparken van Amerpoort’

Harry Bosma maakte een opmerkelijke comeback bij Amerpoort. De 47-jarige Hagenaar vertrok ruim een jaar geleden als directeur van Divisie 2 voor een baan als bestuurder bij GGMD, een landelijke organisatie voor doven en slechthorenden. Per 1 april keerde hij echter terug bij Amerpoort, nu om directeur van Divisie 1 te worden. “We mogen onze successen, maar ook de incidenten wel wat meer uitvergroten.” 

In zijn werkkamer op locatie Nieuwenoord hangt zijn naam gespeld in gebarentaal, een afscheidscadeau na tien maanden GGMD. In rap tempo doet Harry desgevraagd het alfabet op zijn vingers voor. Ooit werkte hij als groepsleider met dove bewoners met een verstandelijke beperking, later werd hij voorzitter van de beroepsvereniging van tolken gebarentaal. Affiniteit met zijn nieuwe werkomgeving was er dus zeker. Alleen bleek al enkele maanden na Harry Bosma’s komst de organisatie te klein – met name financieel - om zelfstandig verder te kunnen. Er volgde onder zijn leiding een voorgenomen fusie met Kentalis. Daarna zat zijn taak en ook zijn functie erop, korter dan verwacht. 

Met wat voor idee vertrok je bij Amerpoort? 

“Het was een lastige beslissing om te gaan. Ik wilde of hoefde helemaal niet weg bij Amerpoort, waar ik toen pas twee jaar werkte. Maar er deed zich een kans voor bij ook een mooie organisatie (GGZ en maatschappelijk werk) dichter bij huis, in de rol van bestuurder. Die kans heb ik toen gepakt. Uiteindelijk is het een soort interim-klus gebleken. Ook erg boeiend en leerzaam. Maar als ik dat van te voren had geweten, was ik natuurlijk niet weggegaan.” 

Met welk idee keer je nu terug? 

“Toen ik hoorde dat Jan Andriessen (de vorige directeur van Divisie 1) wegging, dacht ik meteen: dat zou toch mooi zijn. Natuurlijk is het ook een beetje gek: je gaat niet weg om terug te komen. Maar ik was niet klaar met Amerpoort, en de organisatie blijkbaar ook nog niet met mij. En Divisie 1 biedt een heel boeiend en breed palet aan ondersteuning aan bewoners op vier woonparken en cliënten voor Jeugd en Gezin. Ik krijg er energie van om eraan te werken dat dat die dienstverlening kwalitatief goed blijft en steeds iets beter wordt, zodat cliënten dagelijks het verschil merken.” 

Je zegt woonpark; is dat een nieuw, officieel woord? 

“Het is geen nieuw woord, maar ik introduceer het graag. Het zijn immers prachtige parken, of het nu Nieuwenoord, Bosch en Duin, Kwatrijn of Vosseveld is. Het oude woord ‘instellingsterrein’ vind ik vreselijk. Een woonpark, dat is wat het is, waar mensen beschermd kunnen wonen, soms al heel lang. Die historie is ook mooi en rijk. Het is belangrijk ook daar voldoende aandacht voor te hebben.” 

Wat moet er verder volgens jou veranderen? 

“Voorlopig niks; dat komt misschien later wel. Het is ontzettend belangrijk om te leren kennen en te waarderen wat er allemaal al is. Als je direct vindt dat het anders moet, loop je het risico niet te zien wat er al goed gaat. Bovendien moet je je eigen rol als directeur niet overschatten. Je kunt als directeur wel een aanzet tot beweging geven, maar daarbij ben je sterk afhankelijk van andere mensen. Een idee zal gedragen moeten worden en mensen zullen zich er in moeten herkennen. En dat is maar goed ook, zeker omdat directeuren nog weleens wisselen. Als het van meer mensen is, dan hangt er minder af van wie er aan het roer staat.

Ik ben bijvoorbeeld heel blij met de ‘menslievende professionalisering’ die Divisie 1 als basis heeft omarmd. Dat vind ik mooie woorden, die uitdrukken dat een professionele aanpak belangrijk is, maar het menselijke contact met de bewoner en de familie centraal staat. Het is een terechte reactie op de verzakelijking en marktwerking in de zorg.” 

Heb je toch niet stiekem een paar wensen, nu al? 

“Nou, misschien mogen we onze successen, maar ook de incidenten wel wat meer uitvergroten. Ik las op Twitter toevallig iets over een bijeenkomst voor medewerkers en ouders over rouwverwerking. Een aantal locaties van ‘Jeugd en Gezin’ had dit georganiseerd, juist omdat dit thema speelde nadat er recent een aantal jonge kinderen is overleden. We mogen best wat trotser zijn op het feit dat wij als Amerpoort zo’n moeilijk thema niet uit de weg gaan, maar juist opzoeken. Dat raakt me echt en ik denk dat het anderen ook kan inspireren. 

De andere kant is dat we ook meer zouden mogen leren van dingen die fout gaan. Als er een incident is geweest, ben je dat volgens mij ook verplicht aan bewoners en familie. Even los van een eventuele schuldvraag en mogelijke verwijtbaarheid, is het de enige manier waarop zoiets nog een soort van zin heeft gehad. Je moet ervan willen leren en zien wat het in de toekomst in positieve zin kan opleveren.” 

Waar werk je over tien maanden? 

“Ha ha, hier natuurlijk. Amerpoort is een prachtige, gezonde organisatie. En zelf vind ik het heerlijk om weer een mooie baan te hebben, lekker bezig te zijn. Dus ik kan wel even vooruit.” 

 

Wij helpen je graag!

Heb je een zorgvraag of wil je meer weten over onze dienstverlening? De consulenten van het Klantbureau staan klaar voor (aanstaande) cliënten, familie of vertegenwoordigers en verwijzers. 

Klantbureau