Knuffelen: wel of niet?

"Mensen met een verstandelijke beperking zijn relatief vaak slachtoffer van geweld en misbruik", schrijft begeleidster Nelleke Moot.

Een cliënt die niet durft te douchen omdat er vroeger sprake is geweest van mishandeling onder de douche. En een cliënt, een allemansvriend, die onbesuisd zijn armen om willekeurige voorbijgangers heen slaat voor een dikke knuffel. Is het ene gedrag zorgwekkender dan het andere?

Mensen met een verstandelijke beperking zijn relatief vaak slachtoffer van geweld en misbruik. Dat willen we natuurlijk liever voorkomen. De training Meldcode over huiselijk geweld is bedoeld om meer inzicht te krijgen in onze eigen rol hierin. Omdat we werken met een kwetsbare doelgroep en als begeleider in een machtspositie zitten, zijn we genoodzaakt extra voorzichtig te handelen.

Grenzen

Bij cliënten kunnen we signalen herkennen die mogelijk wijzen op geweld of misbruik. Maar we kunnen ook bij onszelf en collega's zien of we vatbaarder zijn voor het (verbaal) uithalen naar cliënten. Ben je Sterk in je Werk, of zit je juist even Zwak in je Vak? Soms moeten we cliënten tegen onszelf beschermen, als we er doorheen zitten. Maar het is moeilijk om die grens aan te voelen.

Zo zijn er meer grenzen die niet hard zijn. Iedereen heeft andere ideeën over wat wel of niet kan, of wat juist te ver gaat. Knuffelen met cliënten bijvoorbeeld: doen of niet doen? Aanraking is een menselijke basisbehoefte, dus het eerste argument tijdens de training was: 'Een hug om iemand te troosten moet toch kunnen?'

Een ander zei: 'Cliënten worden al zo weinig aangeraakt en als ze bijvoorbeeld geen familie meer hebben, wie knuffelt ze dan nog?' 

Er volgde een tegenargument uit de groep: 'Als je één iemand knuffelt, doet dat iets met de groepsdynamiek, wat negatief uit kan pakken.'

Doseren

Het volgende argument vond ik het meest onthutsend: door een cliënt te knuffelen geef je aan dat dat oké is. Maar misschien is de volgende die hem of haar knuffelt, wel iemand met minder fraaie bedoelingen, die een stap verder gaat. En hoe weet de cliënt dan, dat dat níet oké is?

Dus zelfs als ík goede bedoelingen heb, kan ik met mijn handelen de cliënt kwetsbaarder maken. Ik kweek een soort vertrouwen, waar een ander dan weer misbruik van kan maken.

Er is geen goed of fout in deze. Maar lastig is het wel! Als er een cliënt in huilen uitbarst, stel ik toch echt mijn schouder ter beschikking – indien gewenst.

En verder goed doseren dan maar, die spontane knuffels.

Over de auteur

Nelleke moot is begeleidster bij Amerpoort.

Wij helpen je graag!

Heb je een zorgvraag of wil je meer weten over onze dienstverlening? De consulenten van het Klantbureau staan klaar voor (aanstaande) cliënten, familie of vertegenwoordigers en verwijzers. 

Klantbureau