Opnieuw beginnen

Om je woorden nog wat kracht bij te zetten, haal je je vinger langs je keel. Je ogen verraden pure woede en een intense angst.

Je werkje heeft een ster in het raam achtergelaten en ligt over de grond verspreid. De tafels staan scheef en je stoel is omgevallen.

Jij staat voor me terwijl je probeert jezelf zo groot mogelijk te maken. Je lichaam trilt een beetje.

‘Ik ga jou slaan. Bloed wil ik zien.’

Je arm gaat dreigend de lucht in.

‘Ik ga je vermoorden, je keel doorsnijden!’

Om je woorden nog wat kracht bij te zetten, haal je je vinger langs je keel. Je ogen verraden pure woede en een intense angst. Twee emoties die bij jou soms onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Twee emoties die voor jou onmogelijk te benoemen zijn, laat staan in de hand te houden.

Volle kracht

Ik voel de aanwezigheid van mijn collega’s achter mij, maar mijn blik laat jou niet los. Wat ik ook probeer, ik dring niet tot je door en zie in dat ‘the point of no return’ snel zal aanbreken.

Binnen enkele seconden ben je jezelf volledig verloren. Op volle kracht en met alle vastberadenheid die je in je hebt, ga je los.

Nadat je mij een harde klap op mijn hoofd hebt weten te geven en ik je nagels over m'n hand voel krabben, lukt het mij met moeite je arm vast te pakken. Mijn collega springt bij en samen brengen we jou naar de grond. Daar houd ik jouw arm en bovenlijf vast en mijn collega blijft je benen in bedwang houden.

Zo blijven we zitten, waarbij jij je doodsbedreigingen en hartzeer uit en alles wat je dwars zit er letterlijk uit schreeuwt. Alle onduidelijkheid en onbegrip van jouw wereld die je even te veel werd, wordt over mij en een ieder die te dichtbij staat uitgespuugd. Net zo lang tot de emmer weer leeg is.

Langzaam wordt je weer rustig. Wanneer alle spierspanning is afgenomen en je weer aanspreekbaar bent, laten we je los. Ik spreek met je af dat je op de bank wacht tot ik weer bij je kom.

Je stemt ermee in, al is het wat sputterend. Je blik is naar de tafel gericht en laat een sluimering zien van een laatste restje koppigheid met een beetje schaamte.

Na een aantal minuten roep je mij. Ik loop naar je toe en nog voor ik bij je ben, gebaar je of ik naast je op de bank wil gaan zitten. Samen staren we naar de tafel, terwijl ik je vanuit mijn ooghoeken in de gaten hou. Dan begin je zelf te praten.

‘Is het raam stuk?’

‘Ja, die is stuk.’

‘Oh.’

Werkje 

Je hoofd buigt wat dieper en het lijkt alsof je niet goed een houding weet te geven. Ik vind dat je boetedoening wel lang genoeg heeft geduurd en pak zachtjes je kin zodat je me aan kijkt.

‘Maar die kan de technische dienst wel maken. Je werkje daarentegen niet!’

Zodra je in de gaten krijgt dat het kapotte raam op te lossen is, krijg je weer een kleine glinstering in je ogen. Quasi-streng kijk ik je aan.

‘Je werkje zal je toch echt zelf moeten gaan maken, want dat gaan zij niet voor je doen! En ik ook niet!’

Je lacht en wrijft in je handen van blijdschap. Ik sta op van de bank en reik je mijn hand om je overeind te trekken. Voor je deze vastpakt, kijk je me nog even aan.

‘Wil je me helpen?’

Ik pak je hand en trek je overeind.

‘Ja, natuurlijk wil ik je helpen.’

 

Over de auteur

Ilona Oskam is begeleider B bij het cluster Kistal en Poolster bij Amerpoort.

Wij helpen je graag!

Heb je een zorgvraag of wil je meer weten over onze dienstverlening? De consulenten van het Klantbureau staan klaar voor (aanstaande) cliënten, familie of vertegenwoordigers en verwijzers. 

Klantbureau