Het kleine leven van Kofi: Angst

Een nieuwe aflevering uit de serie 'De kleine wereld van Kofi' door Karin Bokhove.

Ze vroeg me: "Herken je iets van jezelf in Kofi?"

Snel onderdrukte ik m'n reactie, hoezo, vind je mij een autist dan? Woog de vraag in de palm van m'n hand, gooide hem in de lucht, ving hem weer op, draaide hem behendig rond m'n vinger en keek ernaar: Lijkt hij op mij?

Zusje wel, daar kan ik niet omheen zelfs al zou ik het willen, van haar priemende blik tot aan haar scherpe tong vormt die onmiskenbaar de volgende schakel in de familieketting. Maar bij Kofi verdrinken eventuele gelijkenissen bij voorbaat in de peutersoep onder z’n hersenpan. Als ik al gelijkenissen zie, dan is het meer met vader. Maar wanneer ik over hem klaag tegen vriendinnen, zeggen die, "Nhâ, thuis heb ik er net zo een." Kerels.

Wolven

Gelijkenissen met mezelf komen niet spontaan naar boven. Misschien is het Kofi's sterke drang? Wanneer hij iets wil, moet en zal het ook gebeuren. Hij is de enige bewoner die regelmatig z’n verwijskast leeg veegt en naar eigen inzicht een nieuw programma terug legt. Zo'n sterke wil is ook mij niet vreemd. Maar ja, da's lekker makkelijk natuurlijk, het negatieve voor vaders, positieve voor mezelf. Nu eerlijk.

Okay, okay dan, ik ben een angsthaas, net als Kofi. Vroegste herinnering: moeder stopt me in bed terwijl ik naar de rafelende randen van het behang staar, rauhfaser vol houtsnippers om de muur wat reliëf te geven. Ontelbare keren heb ik er al kleine stukjes afgepeuterd die nu dreigend afsteken tegen de rest.

“Mama, ik ben bang. Als het licht uitgaat komen de wolven.”

“Welnee zeg, hier zijn geen wolven.”

Die is duidelijk niet onder de indruk. Maar vanachter het behang hoor ik het getrappel van hun poten en het onderdrukte gejank van hun scherp getande bekken al,

“Zodra je moeder weg is komen wij, WHOEHAAAA!”

Vechten

Ik groeide, maar de Angst kromp niet. Wolf stond altijd klaar om me de strot door te bijten. Angst omdat ik me niet genoeg aanpaste. Angst voor een spreekbeurt over cavia's. Angst om slechte cijfers te halen. Ze zeiden dat ik zo slim was maar ze moesten eens weten, ik werkte gewoon hard. Altijd bang om door de mand te vallen. Angst die op de universiteit veranderde in een onbestemd onbehagen zonder vorm of richting.

Er was dat liedje, “de angst voor de angst daarvoor ben ik nog het bangst". Zo was het precies. Het beklemmende gevoel geïsoleerd te raken in die dikke mist om me heen, alhoewel dat laatste ook aan de spacecake gelegen kan hebben. Gevolgd door de Angst om op het werk afgefakkeld te worden. Zeker, het vertrouwen groeide met de jaren. Bovendien was m'n wilskracht sterker dan de Angst, want wanneer je die de baas laat zijn word je leven steeds benauwder. En dus deed ik juist de dingen waar ik bang voor was en ging door voor moedig. Vechten als kracht en valkuil tegelijk, want het maakte me verbeten.

In de jaren dat we intensief voor Kofi zorgden en probeerden te overleven zat de Angst als een koning in het zadel. En juist daarom gaat de Angst van Kofi me door merg en been. Ik voel die levenslange vijand maar al te goed aan. En ik vraag me af, was dit dan mijn aandeel? Of is het alweer de Angst die me dit influistert?

Nageslacht

Ik heb inmiddels elke kronkel van m'n geest uitgekamd op zoek naar autistische trekjes. Ze zijn er zeker, maar omgekeerd lees ik ook makkelijk gezichten, verplaats me in anderen, heb een hartgrondige hekel aan routine, ben razendsnel en hou overzicht in tijd en ruimte.

En bovendien, als ergens in de conceptie-cocktail iets mis is gegaan, wat dan nog? Doet het ertoe? Ben ik dan schuldig voor de evolutionaire rechtbank?

“Het was een ongeluk meneer, 't was niet met voorbedachten rade.”

“U had in uw partnerkeuze anders wel rekening kunnen houden met uw eigen tekortkomingen, had u geen Held kunnen uitzoeken, of op zijn minst een Allemansvriend? Maar nee, u neemt een introverte bangerik tot man. Een techneut! Heeft u dan helemaal niet nagedacht mevrouw?”

“Jawel, eh, maar ik was op dat moment niet zo wetenschappelijk bezig met de creatie van ons nageslacht. Ik dacht meer aan uiterlijkheden, of de haartjes een beetje wilden kroezen en zo, ziet u.”

“Ik begrijp het al mevrouw, u heeft zich met al uw slimheid laten leiden door onbenulligheden. Uw tweezits bank heeft u natuurlijk wel zorgvuldig uitgezocht en zelfs wanneer u zoiets luchthartigs bakt als een taart, denkt u nog na over de ingrediënten. Maar hier regeerde het driftleven. Welkom bij de rest van de mensheid. U bent net zo dom als ieder ander, alleen heeft het bij u wat ongelukkiger uitgepakt.”

Over de auteur

Karin Bokhove, moeder van Kofi, schrijft onder meer het weblog 'Het kleine leven van Kofi'. Deze aflevering verscheen daar in 2016. Karin is lid geweest van de Centrale Cliënten Raad van Amerpoort.

Wij helpen je graag!

Heb je een zorgvraag of wil je meer weten over onze dienstverlening? De consulenten van het Klantbureau staan klaar voor (aanstaande) cliënten, familie of vertegenwoordigers en verwijzers. 

Klantbureau