Over zaken in eigen hand nemen

Kofi is de laatste tijd zo vreselijk lief en gehoorzaam dat vader en moeder niet weten hoe ze het hebben.

Kofi is de laatste tijd zo vreselijk lief en gehoorzaam dat vader en moeder niet weten hoe ze het hebben. Kalm zit hij op de bank, volgt aanwijzingen op, loopt kwiek mee door het bos en geeft na het avondeten keurig aan dat hij wil slapen. Ze zien niet meer zo op tegen de weekenden, waardoor het gemis sterker wordt. En dus halen ze hem op voor een extra bezoekje. Wanneer ze het terrein oprijden gooit hij juist vuilniszakken in de grote container langs het pad. Hij kijkt op, laat de zak met een grote plof vallen, galoppeert naar de auto, duikt door het portier en installeert zich prinsheerlijk op de achterbank.

Gezinnetje

Ze gaan wandelen in het bos. Alles verloopt naar wens, Kofi gaat met grote stappen voort en is heel stil. Geen enkele boom moet eraan geloven. Pas na een paar uur wordt hij moe en strekt z'n arm uit, terwijl hij mama strak aankijkt.

"Ja, we lopen terug naar de auto," zegt ze.

Ze passeren een jong gezinnetje dat de draderige wortels van een omgevallen boom monstert. Vader, moeder en twee schattige blonde jongetjes - net geen kleutertjes meer.

"Ik vind het hier zo mooi!" zegt het ene jongetje blij. Een natuurliefhebber in de dop. Moeder glimlacht vertederd maar Kofi verstijft ter plekke, kijkt ontstemd in hun richting en laat een luid gebrul horen. Rommelende leeuw, woesteling. Het jongetje kijkt angstig over z'n schouder.

Schoen 

"Hij doet niets hoor, hij moppert maar wat," zegt moeder alsof ze het over een ongevaarlijk soort hond heeft ("Fikkie blaft wel, maar bijt niet hoor." Waarna het gedrocht in de regel een fikse hap uit je kuit neemt, "Goh, dat doet hij anders nooit...")

Kofi doet een stap richting het gezinnetje. Moeder zet hem de voet dwars.

"Kofi, ben je boos op de omgevallen boom?"

Brul!

"Of moeten die mensen doorlopen? Geen getreuzel hier!" Moeder lacht even naar het gezinnetje; grapje hoor, niks aan de hand, dat u maar weet dat hij gehandicapt is. Zij lachen dapper terug maar maken veiligheidshalve aanstalten om door te lopen. Nu stuift Kofi op hen af. Schichtig kijken de jongetjes opzij, grijpen de vingers van hun ouders. Moeder knelt haar armen om Kofi en duwt hem terug, terwijl ze zijwaarts gluurt om te zien waar het aan schort. En ineens ziet ze het; het ene jongetje loopt blootsvoets, twee gympen bungelen achteloos aan z'n vingers.

"Ay, ik denk dat het de schoenen zijn." Ze knikt vriendelijk naar de mensen, zodat ze het begrijpen. Schoenen horen aan voeten.

"Kofi, andere mensen mogen zelf bepalen of ze schoenen dragen!" Berispings-theater, ze weet dat haar woorden volstrekt onbegrijpelijk zijn. Kofi kent maar één werkelijkheid, en dat is de zijne. Beseffen dat er in de hoofden van andere mensen andere waarnemingen huizen, is voor hem een brug te ver. Voor zoiets moet je geestelijk nog wat groeien, zodat je gaat begrijpen dat anderen gedachten hebben die afhankelijk zijn van hun eigen context. Maar zo ver is Kofi bij lange na niet, dus moet hier worden ingegrepen; schoenen moeten áán!

Vader en moeder houden hem in bedwang. Angstaanjagend grommend rukt hij aan z'n menselijke ketenen en fronst afkeurend richting het nu haastig weg strompelende hummeltje dat schichtig een blik achterom werpt, en dan al hollend en struikelend z'n gympen weer aan z'n voeten frummelt.

Op slag valt Kofi stil, z'n gezicht ontspant, om z'n mond speelt een klein glimlachje.

Ingrijpen

Ook op de volwassenen-groep heeft Kofi zich inmiddels opgewerkt tot zelfbenoemd assistent begeleider. Behulpzaam handhaaft hij de orde wanneer de begeleiding opdrachten geeft die niet worden nagekomen ("Ga jij eens verder met je puzzeltje Harry", "Kom even rustig zitten Marietje," of "Jij bent nu aan het snoezelen Martin, ga maar weer liggen,"). Wanneer de onwillige client loeiend de kont tegen de krib gooit danwel instructies saboteert zodra de begeleider z'n hielen licht, komt Kofi in actie. Hij posteert zich vlak voor de ongelukkige en kijkt hem doordringend in de ogen. Wanneer Harry, Marietje of Martin dan nog niet tot inkeer komen, ziet hij zich genoodzaakt tot nader ingrijpen. Met ferme hand dirigeert hij ze terug naar hun plaatsen; hand op puzzel, diep in hun stoel, of plat op dat matras. Na gedane zaken kijkt hij nog even dreigend om. Nee, ze wagen het niet meer.

Om over thuis maar niet te spreken. Daar neemt hij de leiding over. Hij is toch de sterkste. Meeveren en even later terugkomen is de mentale jiu jitsu die vader en moeder inzetten. Ze laten zich even voortslepen (niet schreeuwen, niet tegenstribbelen) om via een U-bocht terug te komen op hun standpunt:

"Mama wil eerst jas aan voor ze naar buiten gaat."

"Papa moet plassen, dan maakt hij eten."

"Ok, ok, laat mama los, ze komt wel mee naar beneden." Trap af; "Mama wil even iets halen op zolder." Na een eindeloos pleidooi krijgt ze een korzelige duw in haar rug; hup, ga maar weer naar boven.

Nu ze niet langer bang zijn voor z'n naakte agressie, z'n wilde wanhoop, durven ze aan te houden. Wetend dat ze uiteindelijk een langere adem hebben.

Kofi's geweld is niet langer een ongeremde explosie van angst, maar een kwestie van zorgvuldige berekening. Functioneel geweld als uitgekiend middel om z'n doel te bereiken. Een knietje hier, een armklem daar, een duwtje zus en een tand-afdruk zo.

Het is 'minor nuisance'. Er valt goed mee te leven.

 

Over de auteur 

Karin Bokhove, moeder van Kofi, schrijft onder meer het weblog 'Het kleine leven van Kofi'. Karin is lid van de Centrale Cliënten Raad van Amerpoort. 

Wij helpen je graag!

Heb je een zorgvraag of wil je meer weten over onze dienstverlening? De consulenten van het Klantbureau staan klaar voor (aanstaande) cliënten, familie of vertegenwoordigers en verwijzers. 

Klantbureau